Goede palliatieve zorg is het zien en horen van mensen

13 mei 2024

Ingrid van Asseldonk in Berlijn.jpeg 

Ingrid van Asseldonk, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Elkerliek ziekenhuis: "Op dit moment in mijn leven vind ik het heerlijk om te reizen en de wereld te zien."

 

HELMOND, 8 APRIL 2024

Ingrid van Asseldonk stond aan de wieg van de palliatieve zorg in Zuidoost Brabant. Sinds 2003 heeft het haar onverdeelde aandacht. Als jonge neurologieverpleegkundige in het Elkerliek ziekenhuis in Helmond, viel het haar steeds weer op dat zowel verpleegkundigen als artsen zich destijds niet goed raad wisten met terminale patiënten. “We zijn immers opgeleid om mensen beter te maken. In die tijd werd er wel eens een verpleeghuisarts gebeld voor advies. Bij het voorschrijven van medicijnen had ik steeds het gevoel: we doen maar wat. Patiënten bleven oncomfortabel en familie was onzeker. Dat moest anders kunnen, was mijn overtuiging”

Er is inmiddels veel bereikt, want in de 21 jaar die volgen, ontpopt Ingrid zich als een bescheiden maar vastberaden voorvechter van goede palliatieve zorg. En ook al is er nog steeds ruimte voor verbetering, de samenwerking in deze regio is inmiddels een voorbeeld voor velen. Dat begon zo.

Op zoek naar kennis

Vanuit de overtuiging dat het beter kon op de afdeling neurologie verdiepte Ingrid zich zelfstandig in de materie en ging op zoek naar mensen die haar inspireerden. “Om te beginnen ben ik naar verschillende symposia gegaan en heb met zelfstudie kennis vergaard. Met mijn nieuwe kennis op zak heb ik in maart 2006 voor het eerst een informatieavond in het Elkerliek ziekenhuis georganiseerd voor de verpleegkundigen en artsen van de afdeling neurologie. Dat deed ik samen met Erwin Kompanje die ik in mijn zoektocht naar kennis inmiddels ook had ontmoet. Hij was ethicus in het Erasmus Medisch Centrum. Het was een drukbezochte en succesvolle avond die heel wat teweegbracht. Het besef: we moeten echt werk maken van palliatieve zorg, groeide. In juni 2006 werd in het Elkerliek een commissie palliatieve zorg ingesteld waar ik lid van werd samen met een aantal artsen, de apotheker, en de specialist ouderengeneeskunde en arts palliatieve geneeskunde Maaike Veldhuizen, waar ik sinds die tijd nauw mee samenwerk.”

Sprong in het diepe

De inspanningen van Ingrid vielen op en toen er in 2008 een vacature kwam voor stafmedewerker palliatieve zorg, zei haar leidinggevende meteen: “Ingrid dit is echt iets voor jou.” Ze solliciteerde en werd aangenomen. Niet lang daarna werd ze gevraagd om ook programmaleider te worden in de regio. Al deze ontwikkelingen betekenden voor haar wel dat ze de directe patiëntenzorg moest loslaten. “Stafmedewerker vond ik al een hele uitdaging, maar programmaleider was echt een sprong in het diepe. Ik moest ineens presentaties geven, zowel voor kleine als grote groepen en dat viel ver buiten mijn comfortzone. Omdat ik, eenmaal stafmedewerker, voor mijn nieuwe expertise ook een erkend diploma wilde, ben ik in 2008 een cursus palliatieve zorg in het Radboud gaan volgen. Het Radboud had toen al een palliatief team, onder andere met Kris Vissers, hoogleraar pijn & palliatieve geneeskunde. Op mijn verzoek heb ik in het Radboud ook meegelopen op de afdeling.”

“Samen met Maaike Veldhuizen en de commissie palliatieve zorg van het Elkerliek ziekenhuis hebben we ons toen gebogen over de vraag: wat moet er nou eigenlijk gebeuren om de palliatieve zorg in deze regio goed te regelen? We schreven een plan, de raad van bestuur ging uiteindelijk akkoord en toen kon Maaike Veldhuizen officieel voor acht uur per week beginnen als arts in de palliatieve zorg met mij als beleidsmedewerker ernaast.”

Steeds meer consulten

“Toen artsen en verpleegkundigen in het Elkerliek ziekenhuis eenmaal doorhadden wat onze bijdrage was, nam het aantal consulten toe. Na een paar jaar begon het bij mij te kriebelen. Ik wilde de directe patiëntenzorg niet kwijt en in de lead blijven in de ontwikkeling van de palliatieve zorg. Dat betekende opnieuw een plan schrijven; dit keer om de opleiding tot verpleegkundig specialist te kunnen volgen. Ik slaagde in 2013 en kon me weer met de directe patiëntenzorg bezig houden. Sinds die tijd zijn we alleen maar verder gegroeid. Het team werd uitgebreid met enkele fijne collega’s en daarnaast hebben we in 2020 het RAPP opgericht, het Regionaal Adviesteam Palliatieve zorg Peelland. Het RAPP is ontstaan in de coronacrisis toen de noodzaak om hulpverleners te ondersteunen in het bieden van goede palliatieve zorg buiten de setting van het ziekenhuis zich nadrukkelijk aandiende. We zijn nu met zeven deskundige professionals 24/7 bereikbaar voor alle hulpverleners die vragen hebben op het gebied van palliatieve zorg en palliatieve patiënten. Transmuraal, dus zowel voor het Elkerliek ziekenhuis, de verpleeghuizen, hospices als voor de thuiszorg in de regio.”

 

“Ik durf wel te zeggen dat we met de organisatie

van de palliatieve zorg in deze regio voorop lopen.”

 

Thuis waar het kan

“De insteek van de palliatieve zorg is altijd: thuis waar het kan en wenselijk is. De huisarts is daarbij een belangrijk eerste aanspreekpunt voor patiënten. En de meeste huisartsen komen een heel eind als het om palliatieve zorg gaat. In Nederland gaan we er sowieso vanuit dat basis palliatieve zorg door alle hulpverleners geboden moet kunnen worden. Waar het ingewikkeld wordt, moeten zij expertise kunnen inroepen, hetzij binnen de eigen organisatie of, in onze regio dus, bij het RAPP. We gaan vanuit het palliatief team van het ziekenhuis ook op huisbezoek als dat nodig is en kijken op verzoek van de huisarts mee naar wat goede zorg kan zijn. Of we helpen bij een ingreep, zoals drainage van vocht in de buik, zodat een patiënt daarvoor niet meer naar het ziekenhuis hoeft. Dat willen we in de terminale fase namelijk heel graag voorkomen. Vervoer van huis naar ziekenhuis en terug is enorm belastend voor mensen en de kosten van een ziekenhuisopname zijn vele malen hoger dan van een huisbezoek.”

Had nou even gebeld!

“Zo hebben we de palliatieve zorg hier in de regio met elkaar geregeld en ik durf wel te zeggen dat we daarin voorop lopen. Zeker met het RAPP, het werkt, al zijn we nog steeds op zoek naar structurele financiering. Artsen en verpleegkundigen weten wie ze aan de telefoon krijgen, wat maakt dat ze makkelijk bellen, ook al gebeurt het nog niet altijd, vooral ‘s nachts en in het weekend niet. We kunnen als teamleden uiteraard niet 24/7 aanwezig zijn, maar we zijn wel 24/7 bereikbaar. Laatst kwam ik maandag op een afdeling waar een arts zelf medicatiebeleid had ingezet, wat ik gelukkig nog goed kon bijstellen, maar dan denk ik wel: Had nou even gebeld! Daar zijn we voor.”

 

“Mijn ervaring is dat als we goed uitleggen wat

palliatieve zorg is, de drempel wel weg is.”

 

Palliatieve zorg is niet hetzelfde als terminale zorg

Ondanks de ontwikkelingen van de afgelopen jaren merkt Ingrid dat palliatieve zorg voor veel mensen nog steeds een beladen begrip is. “Dat komt, denk ik, vooral door het misverstand dat palliatieve zorg hetzelfde is als terminale zorg. Maar we begeleiden mensen soms jaren. Palliatieve zorg is in eerste instantie zorg voor de kwaliteit van leven, en pas aan het eind kwaliteit van sterven, vanaf het moment dat genezing niet meer mogelijk is. Kwaliteit van leven gaat ook over eigen regie. We kijken multidimensionaal: goede symptoombestrijding voor de lichamelijke klachten en begeleiding op psychisch, sociaal en spiritueel gebied. Mijn ervaring is dat als we goed uitleggen wat palliatieve zorg is, de drempel wel weg is.”

Het gaat altijd ergens over

“We leren mensen graag zo vroeg mogelijk na de diagnose kennen, want dan hebben we tijd om goed te luisteren en door te vragen naar wat echt belangrijk is voor mensen. We kunnen uitleggen welke keuzes er te maken zijn en we kunnen scenario’s schetsen van wat mensen kunnen verwachten, wat mogelijk is en wat niet. Je kunt altijd kiezen om een bepaalde behandeling niet te willen; wat betekent dat dan voor jou? Soms zie je mensen een tijd niet maar als het spannend wordt zien ze een bekend gezicht. Door goede informatie en gerichte aandacht voorkomen we vaak ook een crisissituatie omdat mensen voorbereid zijn op wat mogelijk komen gaat. Goede palliatieve zorg gaat wat mij betreft over het horen en zien van mensen; zorgen dat ze zich echt gezien en gehoord voelen. Daarom vind ik mijn vak zo prachtig. Het gaat altijd ergens over. Ik ben iedere keer weer nieuwsgierig naar wie er tegenover me zit. Wie ben je? Wat is jouw verhaal? Wie horen er allemaal bij jou? Wat was belangrijk voor jou? Maar ook, wat is er NU aan de hand en wat is er NU belangrijk voor jou? Hoe kijk je naar de toekomst? Ik ben nooit een technische verpleegkundige geweest. Ik heb het altijd fijn gevonden om dicht bij mensen te staan. In mijn rol kan ik echt veel betekenen voor mensen. Dat vind ik heel bijzonder.”

 

“Ik heb het altijd fijn gevonden om dicht bij mensen te staan."

 

Kijken naar haar eigen dood

Kijkend naar haar eigen dood en sterven, hoopt Ingrid dat wanneer ze klaar is met haar leven, ze rustig mag gaan. Wat is daar voor nodig? “Dat ik weet dat mijn kinderen en kleinkind (ik heb er nu één), dat mijn naasten het goed doen en zich zonder mij kunnen redden. Dat ik terug kan kijken op een leven waarin ik goede dingen voor anderen heb kunnen doen en ook fijne dingen voor mezelf. Op dit moment in mijn leven vind ik het heerlijk om te reizen en de wereld te zien. Naarmate ik ouder wordt, is dat misschien minder mogelijk en worden andere dingen belangrijk. Dan vind ik het misschien al helemaal heerlijk om met een kopje koffie in de zon in de tuin te zitten. Je weet nooit wat de toekomst brengt. Ik hoop wel dat ik een redelijke leeftijd mag bereiken, ik ben nu 57, en dat ik niet vroegtijdig afscheid moet nemen. Mocht dat wel zo zijn, dan hoop ik dat ik genoeg tijd heb om goed afscheid te kunnen nemen. Ik weet uit eigen ervaring natuurlijk heel goed dat het leven niet maakbaar is. Hoe goed we het ook proberen te bespreken met patiënten en hun naasten, het einde gaat niet altijd zoals je zou willen. Dat besef is er zeker ook.”

Ingrid van Asseldonk portretfoto.jpegKijken naar de toekomst

“Persoonlijk kan ik me er niet zoveel bij voorstellen, dat ik er niet meer zou zijn. Ik kijk er niet naar uit, hoop dat het nog ver weg is en dat ik nog een mooi aantal jaren palliatieve zorg mag verlenen. En dat er een nieuwe generatie aanschuift die het stokje kan overnemen. Dat is de komende jaren wel een aandachtspunt voor ons team. We zijn allemaal een beetje van dezelfde generatie. Wat ik jammer blijf vinden en een blijvend punt aandacht is, is dat palliatieve zorg nog steeds geen onderdeel uitmaakt van de curricula voor artsen en verpleegkundigen. Terwijl we er in Nederland wel vanuit gaan dat het een aandachtsveld is van iedere zorgverlener. Ze weten er maar weinig van als ze klaar zijn met hun opleiding. Er wordt landelijk wel voor gelobbyd, de bewustwording dat het moet groeit, maar het is nog niet geregeld.” Dat is een ‘strijd’ die Ingrid graag aan anderen over laat. “Ik wil gewoon nog een aantal jaar mijn vak uitoefenen en dicht bij de mensen staan.”

 

Meer informatie over het team palliatieve zorg van het Elkerliek ziekenhuis vind je hier.




Ben je geboeid door dit verhaal? Vraag Aldi of ze ook jouw verhaal schrijft. Neem nu contact op.